Ik ben recent gestart met een onderzoek naar tientallen weeskinderen (jongens en meisjes van rond de 15 jaar) die uit het Aalmoezeniersweeshuis in Amsterdam (Prinsengracht) aan het einde van de 17e eeuw, op verzoek van de Sociëteit van Suriname uitgezonden zijn naar Suriname. Ook particulieren in Suriname hebben destijds verzoeken om weeskinderen ingediend bij de regenten van het Aalmoezeniersweeshuis.
Uit het stadsarchief van Amsterdam heb ik overeenkomsten opgedoken die gesloten zijn tussen particulieren en het weeshuis en notulen van de Sociëteit waarin een verzoek wordt gedaan om van tijd tot tijd een aantal weeskinderen naar Suriname uit te zenden voor het doen van ambachtswerk (timmerwerk en handwerk). Daarnaast een document waarin de ‘conditiën’ waaronder enkele weesmeisjes naar Suriname zijn uitgezonden.
In het boek ‘Aalmoezeniersweeshuis en inrichting voor stads-bestedelingen 1 januari 1666 – 1januari 1916’beschrijft W.F. Voorst hoe het er toen aan toeging in het weeshuis. Nuttige achtergrondinformatie.
Op de foto de regenten van het Aalmoezeniersweeshuis in Amsterdam 1666